Cluster 4
Noodstop
Korte omschrijving
De bestuurder voert een maximale remming uit zonder de controle over de motorfiets te verliezen.
Wijze van uitvoering (beheersing voertuig). De kandidaat:
- rijdt recht aan met een constante snelheid van vijftig kilometer per uur
- draait bij het poortje het gas dicht, zet de remming in en ontkoppelt direct, gebruikt (in principe) beide remmen waarbij de voorrem belangrijk is
- houdt de remweg zo kort mogelijk
- houdt de motorfiets onder controle.
Precisiestop
Korte omschrijving
De bestuurder voert een gelijkmatige remming uit met een vooraf bepaalde lengte
Wijze van uitvoering (beheersing voertuig). De kandidaat:
- rijdt recht aan met een snelheid van vijftig kilometer per uur
- draait bij het poortje het gas dicht, en remt direct met beide remmen
- verdeelt de remweg over een lengte van zeventien meter
- remt gelijkmatig zonder dat grote correcties in rem kracht nodig zijn
- komt vlak vóór het tweede poortje tot stilstand
- schakelt kort voor stilstand naar de eerste versnelling.
Stopproef
Korte omschrijving
De bestuurder voert een technisch juiste remming uit met een korte remweg, zonder dat er sprake is van een noodstop
Wijze van uitvoering (beheersing voertuig). De kandidaat:
- rijdt recht aan met een snelheid van vijftig kilometer per uur
- draait bij het poortje het gas dicht, remt direct met beide remmen en ontkoppelt
- komt met een forse, technisch goede remming tot stilstand
- schakelt kort voor stilstand terug naar de eerste versnelling